Overslaan naar hoofdinhoud
zoeken
zoeken

Terugblik bijeenkomst: Op weg naar Handreiking Groenblauwe Dooradering 2.0

Reflecties en inzichten uit de consultatiebijeenkomst van 12 juni 2025

Op donderdag 12 juni kwamen vertegenwoordigers van overheden, landschapsorganisaties, agrarische collectieven en adviesbureaus bijeen in het Akoesticum in Ede om mee te denken over de tweede versie van de Handreiking Groenblauwe Dooradering (GBDA). De bijeenkomst stond in het teken van verbreding, verdieping en praktische toepasbaarheid. Het programma bestond uit zowel een inhoudelijke, plenaire start als plenaire afsluiting met een paneldiscussie. Daartussen ging de groep aanwezigen uiteen in verschillende workshops.

De handreiking wordt gemaakt in het kader van het programma Mooi Nederland, waarin groenblauwe dooradering één van de urgente thema’s is binnen de grote ruimtelijke opgaven. Zoals Ronald Hiel (Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel) en David van Zelm van Eldik (Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) het verwoordden: groenblauwe dooradering raakt aan extensivering van de landbouw, maatschappelijke baten, nieuwe economische waarden en klimaatopgaven zoals CO₂-vastlegging.

 

Van versie 1.0 naar 2.0: verdiepen, verbreden, preciseren 

De eerste versie van de handreiking is met enthousiasme ontvangen, maar riep ook vervolgvragen op. Kan de handreiking niet specifieker? Hoe maken we hem bruikbaar voor grondeigenaren, beleidsmakers én gebiedsprocessen? Onder leiding van Strootman Landschapsarchitecten wordt nu gewerkt aan een update waarin praktische toepasbaarheid centraal staat, maar ook de verbreding naar meer landschapstypen.

Arjen Venema (Strootman) presenteerde de stand van zaken: “Het doel is een praktisch stappenplan voor gebiedsprocessen, met verwijzingen naar onderliggende kennisdocumenten. We werken toe naar gebiedsspecifieke concepten en een ‘kaartenbak’ per landschapselement.”

Tegelijkertijd wordt gewerkt aan de randvoorwaarden, gebaseerd op gebiedssessies met boeren, natuurbeheerders en overheden. Daarin komen onderwerpen terug als oogstmogelijkheden van akkerranden, experimenteerruimte binnen bestemmingsplannen en inzet van publieke gronden.

 

Vijf stappen voor gebiedsprocessen 

De handreiking 2.0 wordt opgebouwd langs vijf heldere stappen, die herkenbaar zijn in vrijwel alle projecten of gebiedsprocessen:

  1. Initiatiefase: startvragen, doelen, nulmetingen, globale ideeën en betrokken partijen. 

  1. Verkenningsfase: gebiedsanalyse, kansrijke bouwstenen, eerste inrichtingsconcepten. 

  1. Planuitwerking: kansenkaarten, kosten-batenanalyse, draagvlak en trechtering tot keuzes. 

  1. Realisatie: specificatie aanleg (zoals zaaimengsels, soortenkeuze), financiering, mobilisatie partijen. 

  1. Beheer en evaluatie: borging beheer, tussentijdse evaluaties en ondersteuning van grondeigenaren. 

In discussies werd benadrukt dat niet altijd bij stap 1 wordt begonnen, en dat het ook verschilt wie er aan zet is.  De handreiking moet ook geschikt zijn voor initiatief van onderop. Hoe creëer je ruimte voor initiatief van grondeigenaren of maatschappelijke partijen, zonder dat overheden en financiers zich terugtrekken? Welke informatie heb je nodig? En waar begin je?

 

Leren van de praktijk: van Verveningen tot IJsselmeerpolders 

In verschillende gebiedssessies is de afgelopen maanden kennis opgehaald, waaronder in de Verveningen, Zuid-Limburg en de IJsselmeerpolders. Daaruit blijkt onder meer dat een succesvolle GBDA vraagt om zowel goede randvoorwaarden als baten voor boeren. Tegelijkertijd worden grenzen gevoeld: “GBDA maag vaak niet productief gebruikt worden, terwijl dat juist economische waarde kan toevoegen,” stelt Arjen Venema. 

Ook wordt er verdiept op specifieke thema’s, zoals:
 

  • GBDA binnen de agrarische bedrijfsvoering; 

  • GBDA op rijksgronden en andere publieke gronden; 

  • De integratie met landschappelijke doelsoorten, zoals de zomertortel. 

 

Discussie en reflectie: voor wie is de handreiking? 

In het plenaire deel en tijdens het panel werd gereflecteerd op de reikwijdte en doelgroep van de handreiking.

Marije Klever (BoerenNatuur) benadrukte dat elk traject een ander startpunt heeft: de ene partij wil de zomertortel helpen, een andere wil met heggen aan de slag. “Dan is een handreiking waar je zelf in kunt zoeken naar wat past bij jouw situatie heel nuttig.”

David van Zelm van Eldik (min. VRO) benoemde dat er verschillende 'wes' zijn: van particuliere grondeigenaren tot grotere gebiedscoalities. “De kleine ‘we’ verdwaalt in een groot stappenplan. Dus het is goed dat er ook meerdere routes zijn.”

Gerrit-Jan van Herwaarden (LandschappenNL) wees op het belang van samenwerking: “De belangrijkste doelgroep is de gebiedsregisseur – degene die het proces in het gebied trekt. Maar je hebt ook boeren, overheden en landschapsorganisaties nodig.”

Uit de zaal werd gepleit voor een integrale benadering en het benutten van lokale expertise aan de keukentafel. 

 

Hoe verder? 

De inbreng uit de bijeenkomst, inclusief de bijdragen uit de verschillende workshops, wordt verwerkt in een conceptversie van de handreiking. Die wordt dit najaar besproken, met als doel een publicatie in het najaar van 2025.

De ambitie reikt echter verder. In de afsluiting werd gevraagd: waar staan we in 2030 als deze handreiking zijn werk goed doet?

Antwoorden varieerden van “in elk gebied wordt gewerkt aan GBDA” tot “het ligt op de tafel van elke wethouder.” Maar iedereen was het erover eens: de handreiking is geen eindpunt, maar een startmiddel om de groenblauwe dooradering in Nederland écht op gang te brengen.

 

Mocht je naar aanleiding van de bijeenkomst nog verdere opmerkingen of vragen hebben over de handreiking 2.0, laat het dan weten via info@samenvoorbiodiversiteit.nl. Wij zorgen ervoor dat jouw vraag of input bij MooiNederland en Strootman Landschapsarchitecten terechtkomt.