Overslaan naar hoofdinhoud
zoeken
zoeken

Praktijkvoorbeelden

Op deze pagina vind je een aantal uitgelichte projecten die zich richten op het verbeteren van de Basiskwaliteit Natuur. Er staat kort beschreven waar het project over gaat en wat je als provincie, waterschap of gemeente ervan kan leren. Er is nog geen eenduidige methodiek voor het werken aan Basiskwaliteit Natuur. Dat is ook niet erg. Het belangrijkste is om te leren van wat er al gebeurt. 

In iedere provincie zal ook een pilot gaan lopen rondom Basiskwaliteit Natuur. Zodra er uitkomsten zijn van deze pilots wordt dat hier geplaatst. Daarnaast goed om de ontwikkelingen rondom Basiskwaliteit Natuur in de gaten te houden via de projectpagina van het Kennistraject:

 

Kennistraject Basiskwaliteit Natuur

Provincie Drenthe

In de handreiking Basiskwaliteit Natuur laat de Provincie Drenthe zien hoe zij inzet op het versterken van biodiversiteit door het creëren van een natuurinclusieve leefomgeving. De provincie hanteert hiervoor het concept van basiskwaliteit natuur als ecologische ondergrens: een set van minimale voorwaarden waaraan het landschap moet voldoen om ruimte te bieden aan inheemse planten- en diersoorten.

Basiskwaliteit als fundament
Alles is in de handreiking helder omschreven en overzichtelijk weergegeven. Basiskwaliteit natuur vormt het fundament voor een gezond ecosysteem in Drenthe. Het rapport maakt duidelijk welke ecologische randvoorwaarden – zoals voedsel, water, beschutting, voortplantingsmogelijkheden, variatie en verbinding – noodzakelijk zijn om leefgebieden van karakteristieke soorten duurzaam in stand te houden.

Daarnaast laat de handreiking zien hoe je als provincie zelf actief kunt bijdragen aan het realiseren van een basiskwaliteit natuur. Denk bijvoorbeeld aan het natuurinclusief inrichten van infrastructuur, het beheren van bermen en watergangen met oog voor ecologie, of het inzetten van gebiedsgerichte maatregelen in het landelijk gebied. Op deze manier wordt basiskwaliteit natuur geen abstract begrip, maar een praktische leidraad die kan worden toegepast binnen beleid, inrichting en beheer.

Handreiking: Basiskwaliteit Natuur Drenthe (2025, pdf: 34.4 MB)

Gemeente Ede

De gemeente Ede heeft het programma Robuuste Natuurversterking ontwikkeld, waarin op alle niveaus (maatschappelijk, tactisch en operationeel) staat hoe aan Basiskwaliteit Natuur kan worden gewerkt. Doel is om in 2030 de Basiskwaliteit Natuur op orde te hebben.

Daarnaast heeft de gemeente een team opgericht met ambtenaren die actief zijn in de groene ruimte. Gemeente Ede is al een aantal jaren bezig met een eigen methodiek om de Basiskwaliteit Natuur in haar gemeente in kaart te brengen. Een onderdeel daarvan is ‘Landschap op de Kaart’. Deze atlas geeft een integraal beeld van het systeem in het landelijk gebied van de gemeente Ede. Dit beeld geeft soms wel conflict, als er in de omgevingsvisie gebieden zijn toegewezen voor verstedelijking die juist voldoen aan Basiskwaliteit Natuur. Het is dus belangrijk om de Basiskwaliteit Natuur-kaarten te gebruiken als toetsingskader en voorwaarde voor ontwikkelingen. 

Omgevingsvisie Ede 2040

Gemeente Amersfoort

In het omgevingsprogramma van gemeente Amersfoort, ‘Groen-Blauw 2040’, is Basiskwaliteit Natuur opgenomen. Om de natuur in Amersfoort voldoende robuust te maken zet de gemeente in op groen en water dat voldoet aan de basiscondities voor leefgebied voor lokaal kenmerkende planten- en dierensoorten: de Amersfoortse 33 gidssoorten.

De gemeente beschouwt de stad als natuurinclusief wanneer aan de randvoorwaarden voor het leefgebied van deze soorten wordt voldaan. Op dat moment heeft de natuur de minimale ecologische basiskwaliteit. De randvoorwaarden zijn onderverdeeld in de zes V’s: voedsel, vocht, veiligheid, verbinding, voortplanting en variatie. De 33 soorten zijn kenmerkend voor de stad en indicatief voor een bepaalde kwaliteit en kwantiteit aan groene leefomgeving.

Gidssoorten

De gidssoorten vormen de indicatoren voor de ecologische kwaliteit van de (openbare) ruimte en kwantiteit van groene leefomgeving. Ze zijn nauw verbonden met onze landschappen én verbonden met veel andere soorten. Middels monitoring houdt de gemeente bij hoe het gaat met de Amersfoortse 33, en sturen ze bij waar nodig. Door te kijken naar wat de 33 soorten nodig hebben aan oppervlak en eigenschappen van een gebied, kunnen ze gericht maatregelen nemen, met de meeste kans op succes. Een toenemende aanwezigheid van kenmerkende gidssoorten kan als positief teken worden opgevat voor het verbeteren van de biodiversiteit.

Gemeente Amersfoort Omgevingsprogramma Groen-Blauw 2040 (2023, pdf: 7.9 MB)

Basiskwaliteit Natuur in multifunctionele bossen

De pilot richt zich specifiek op Basiskwaliteit Natuur in bossen. Juist voor bossen, die veel vormen van medegebruik kennen, is het nuttig om de Basiskwaliteit Natuur in beeld te brengen, zodat voorkomen kan worden dat overbenutting tot degradatie leidt.

In opdracht van de gemeente Zevenaar hebben Robert Kwak en Anton Stortelder een overzicht en een beoordeling gemaakt van de landschappen van de gemeente Zevenaar in Vakblad Groen (Kwak & Stortelder, 2018).

In de gemeente zijn de kwaliteit van het landschap en de biodiversiteit van algemene en minder algemene soorten in kaart gebracht. De kwaliteit van het landschap is op 100 waarnemingspunten bestempeld als goed, matig of slecht. Deze beoordeling is gedaan op basis van verschillende criteria die iets zeggen over de Basiskwaliteit Natuur van het gebied.

Artikel: Op naar Basiskwaliteit Natuur Vakblad Groen (2021, pdf: 400 KB)

Living Labs

De Living Labs vallen onder het programma ‘Living labs voor het herstel van biodiversiteit in het landelijk gebied’ van de Nationale Wetenschapsagenda. In de Living Labs werkt een consortium van natuurorganisaties, overheden, kennisorganisaties en lokale partijen aan het onderzoeken, ontwikkelen en toetsen van praktische maatregelen via prestaties en indicatoren die succes meten.

Het doel is om te komen tot een integrale aanpak en inzicht te verkrijgen in hoe dit zich vertaalt naar ecologische winst. Het gaat hier zowel om sociale, economische als ecologische aspecten. In de Living Labs is ook de Basiskwaliteit Natuur aan de orde gekomen. Inwoners konden bijvoorbeeld aangeven welke soorten volgens hen ‘gewoon’ zouden moeten zijn in het gebied. Vanuit daar wordt in beeld gebracht welke omgevingscondities deze soorten nodig hebben om algemeen te blijven of te worden.

In 2020 zijn er drie Living Labs gestart:

 

Pilot Oost-Achterhoek

In 2021 is in de gemeenten Aalten, Oost-Gelre en Winterswijk een pilot 'Basiskwaliteit landschap en biodiversiteit' uitgevoerd. Hiervoor is een proefgebied uitgekozen rondom het punt waar de drie gemeenten aan elkaar grenzen. De resultaten van de pilot leiden ertoe dat in 2022 de basiskwaliteit voor het complete grondgebied van de drie gemeenten in kaart is gebracht. De inventarisatie is uitgevoerd door Robert Kwak en Anton Stortelder.

De kern van de pilot ligt in het verbeteren van de basiskwaliteit van natuur en landschap door gerichte maatregelen en monitoring. Hierbij worden thema’s zoals biodiversiteit, waterkwaliteit en bodemgezondheid centraal gesteld. Agrariërs worden ondersteund in de transitie naar natuurinclusieve landbouw, terwijl er ook aandacht is voor het versterken van ecologische verbindingen tussen natuurgebieden. Een innovatief aspect is het gebruik van digitale tools en participatieve platforms, waarmee de resultaten van de maatregelen in kaart worden gebracht en gedeeld. Deze pilot dient niet alleen als voorbeeldproject voor de regio, maar biedt ook inzichten voor een bredere aanpak in landelijke gebieden in Nederland.

Folder: Basiskwaliteit Natuur in het Achterhoekse landschap (pdf: 532 KB)

Pilots Basiskwaliteit Natuur voor soorten in het landschap

Dit project heeft als doel om net als voor de vogels maatlatten (benchmarks) te ontwikkelen voor een aantal andere soortgroepen (o.a. amfibieën, dagvlinders, zoogdieren, vaatplanten) om de Basiskwaliteit Natuur te bepalen.

Daarvoor is o.a. door SoortenNL eerst een lijst met meetsoorten opgesteld voor basiskwaliteitsoorten. De opzet was om dit in twee pilots binnen stedelijk gebied te toetsen en in twee pilots in het landelijke gebied. Aan de hand van de ontwikkelde methode zijn in de pilotgebieden deskundigen samen met vrijwilligers het veld ingegaan om de methode te toetsen. Dat is gebeurd zowel op basis van de meetsoorten als een landschappelijke beoordeling, waar vooral gekeken is naar landschapselementen. Onderstaand rapport, opgesteld door RAVON en consortium, lees je de bevindingen en resultaten.

Rapport: Basiskwaliteit voor soorten in het landschap! (2023, pdf: 5.6 MB)

Naar een Basiskwaliteit Natuur voor Hardenberg

Het rapport 'Naar een basiskwaliteit natuur voor Hardenberg' heeft als doel om handvatten te geven aan andere gemeenten hoe je Basiskwaliteit Natuur in de praktijk kunt brengen. Hierbij wordt rekening gehouden met de typen landschappen en soorten.

Het rapport beschrijft de methoden en resultaten van het vaststellen van de basiskwaliteit natuur in de gemeente Hardenberg. Het richt zich op zowel stedelijke als landelijke gebieden en biedt een gedetailleerde beoordeling van de landschaps- en soortenkwaliteit. Het rapport benadrukt het belang van een gebiedsgerichte aanpak en samenwerking met verschillende belanghebbenden om de natuurkwaliteit te herstellen en te behouden.

Rapport: Naar een basiskwaliteit natuur voor Hardenberg (2025, pdf: 9.4 MB)