Skip to main content

Vertaling 10% groenblauwe dooradering op provinciaal niveau

Provincies spelen een belangrijke rol in het realiseren van de doelstelling van 10% dooradering. Dit doel is inmiddels vastgelegd in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De provincies vertalen dit nu in een regionale uitwerking als onderdeel van hun integrale provinciale programma´s. De provincies Drenthe en Zuid-Holland deelden hun ervaringen in een deelsessie tijdens de kennis-en netwerkbijeenkomst Landschapselementen voor biodiversiteitsherstel op 13 juni 2023 in Ede. Twee verschillende provincies qua natuur en landschap, maar toch ook soortgelijke ervaringen.

Mark Ronda is Programmaleider Natuurinclusief Drenthe bij provincie Drenthe dat in de kern gaat over landschapselementen, bermen en natuurinclusief stedelijk gebied. Volgens hem kan het Natuurnetwerk Drenthe gezien worden als Drenthe zonder de Natuurnetwerk Nederland-gebieden. Ed Weijdema is programmamanager Biodiversiteit bij provincie Zuid-Holland en betrokken bij het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG).

 

Basiskwaliteit natuur als fundament

Het Programma Natuurinclusief Drenthe werkt aan onder meer basiskwaliteit natuur, een soortenmanagementplan en ecologische verbindingszones. Basiskwaliteit natuur is het fundament voor veel van de andere projecten. Daarbij gaat het niet enkel over zwaar beschermde soorten, maar ook dat algemene soorten blijven. Dit is een belangrijke basis voor groenblauwe dooradering.

 

Koerskaart voor zes landschappen

In Drenthe zijn zes landschappen geïdentificeerd. Per landschap is er een koerskaart ontwikkeld om aan te geven van hoe het ideale landschapstype er uit zou moeten zien. Voor de veenkoloniën bijvoorbeeld is een open landschap belangrijk, maar ook daar kan groenblauwe dooradering worden geïmplementeerd. De koerskaarten vormen samen met kennis van landschapsarchitecten en ecologen een soort receptenboek om de landschappen te realiseren.

 

Belang van kwaliteit

Uiteraard staat het Programma Natuurinclusief ook voor de nodige uitdagingen. Uit de eerste inventarisatie van het percentage groenblauwe dooradering leken veel landschapselementen aanwezig te zijn. Toen echter naar de kwaliteit werd gekeken aan de hand van de definities, viel het tegen.  Samenwerking is dus belangrijk. Niet alleen tussen de partijen die het programma implementeren, maar ook bijvoorbeeld tussen archeologische diensten en gemeenten.

 

Watergebonden elementen

Doel in het Aanvalsplan Landschap is dat in 2050 2,5% van het landelijk gebied is ingericht met watergebonden elementen. Om dit te realiseren is de samenwerking met waterschappen nodig, het is immers een gezamenlijke opgave. Maar het blijft natuurlijk maatwerk per gebied. Sommige gebieden zullen zich beter lenen voor natuurvriendelijke oevers en watergebonden elementen dan anderen.

 

Verdienmodel voor boeren

Om de doelen van 10% groenblauwe dooradering te halen in het essentieel om ook agrariërs mee te krijgen in dit verhaal. Immers, 80% van het landschap is in beheer van agrariërs. Volgens Mark Ronda moet het beheer van het landschap en landschapselementen een reëel verdienmodel worden voor boeren. Dat is essentieel voor draagvlak en om samen met boeren aan de slag te kunnen.

 

Status van het Zuid-Hollandse landschap

In Zuid-Holland zijn er drie kerngebieden geïdentificeerd. Voor elk van deze gebieden wordt nu een plan gemaakt, die vervolgens weer worden samengevoegd tot het ZH-PLG. De inventarisatie van de landschapselementen in Zuid-Holland heeft definities gehanteerd die niet exact hetzelfde zijn als in het Aanvalsplan, maar er wel bij aansluiten. Op basis van verschillende informatiebronnen is een overzicht van de status van het landschap in de kerngebieden gemaakt. Dit is nog geen compleet overzicht, maar geeft wel een eerste indicatie over onder meer hoe de droge en natte landschappen zich tot elkaar verhouden.

 

Optimale inrichting groenblauwe dooradering

De groenblauwe dooradering in Zuid-Holland wordt vooral gerealiseerd in gebieden met kansrijke ontwikkelingen en via projecten met. De Alblasserwaard is een goed voorbeeld. Een groenblauwe dooradering kan de vier verschillende landschapstypen in dit gebied met elkaar verbinden. De provincie heeft een landschapsarchitectenbureau opdracht gegeven voor een optimale inrichting van de groenblauwe dooradering met aandacht voor de migratie van twee icoonsoorten, paling en otter. Deze twee icoonsoorten geven namelijk een beeld van de kwaliteit van de groenblauwe dooradering. Naast de optimale benutting van de dooradering lopen er in het gebied veel aansluitende initiatieven, zoals Prachtsloten en een inrichtingspilot van Mooi Nederland. Andere kansen zijn de koppeling van watergebonden elementen aan waterberging. Plassen en poelen tellen volgens Ed Weijdema mee in de groenblauwe dooradering en kunnen positief bijdragen aan waterberging.

Download de presentatie