Updates
Overgangsgebieden Natura2000: vier vragen aan Keimpe Wieringa
Eind 2021 is de werkgroep ‘Overgangsgebieden Natura2000’ van start gegaan, waarbij Wing werd gevraagd om de werkgroep te ondersteunen. In oktober 2023 bracht de werkgroep een interessante eindrapportage over toekomstperspectief voor overgangsgebieden uit met hoopgevende aanbevelingen. Katja Zweerus (Deltaplan) ging hierover in gesprek met Keimpe Wieringa.
Keimpe Wieringa zet sinds 2019 zijn kennis en energie in bij Wing als adviseur. Wing is een proces-consultancy, waarbij ze overheden, bedrijven en hun maatschappelijke partners begeleiden om tot een goede samenwerking te komen. Keimpe: “Hiervoor heb ik dertig jaar bij het Rijksinstituut Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gewerkt. Ik begon bij het RIVM als econoom, maar al snel werd ik gevraagd als projectleider voor meer integrale studies. Later, als hoofd ‘Natuurplanbureau’ bij het PBL, heb ik in tien jaar een groot natuurnetwerk opgebouwd.” Bij Wing ligt de focus op de groenblauwe ruimte en kwam het opgebouwde netwerk van Keimpe dus goed van pas.
Uit de rapportage blijkt dat jullie werkgroep gesteund wordt vanuit een brede coalitie. Kun je wat meer vertellen over de aanleiding?
“De werkgroep Overgangsgebieden is drie jaar geleden voortgekomen uit een initiatief van BoerenNatuur. De term ‘overgangsgebieden’ is nu steeds breder bekend, maar tot voor kort was dit geen bestaand concept binnen de beleidswereld. Sterker nog, natuur en landbouw waren volledig gescheiden in Nederland: de landbouw ging z’n gang, de natuur ging z’n gang. Nu zien we dat het scheiden van deze beleidsvelden vast begint te lopen, waarbij de natuurdoelen niet worden behaald in de Natura2000-gebieden.
Evelien Verbij, directeur van BoerenNatuur, heeft toen verschillende organisaties - van LTO tot Vereniging Natuurmonumenten - bij elkaar geroepen om gezamenlijk de vraag ‘hoe nu verder met de overgangsgebieden?’ uit te zetten bij het ministerie. Die vraag is opgepakt door het Programma Natuur van LNV en de provincies, waarna de werkgroep is ontstaan. Vervolgens werd Wing gevraagd om het proces te begeleiden en zo neutraal mogelijk te faciliteren. Samen met mijn collega Irene van Dorp hebben we dat opgepakt. Uiteindelijk hadden we een mooie, brede coalitie aan partijen, bestaande uit verschillende provincies en ministeries, Staatsbosbeheer, LTO, Vereniging Natuurmonumenten, LandschappenNL, Federatie Particulier Grondbezit, Netwerk GRONDig en natuurlijk BoerenNatuur.
Tegelijkertijd was het een spannende periode door onder andere het klappen van het Landbouwakkoord en de stikstofcrisis. De polarisatie tussen landbouw en natuur was zeer aanwezig in de samenleving. Het was daarom best uitdagend om de verschillende partijen om één tafel te houden. Maar ondanks de spanningen, hebben we altijd het gesprek gaande kunnen houden. Dat is vooral een compliment aan de deelnemers die soms met pijn in de buik aan tafel zaten.”
In overgangsgebieden draait het om de interactie tussen landbouw en natuur, specifiek in Natura2000-gebieden. Wat was het doel van de werkgroep?
“Het idee was in beginsel om elkaar te inspireren. We zijn toen gestart met het opstellen van definities en, aan de hand van bestaande casussen, do’s en don’ts inzichtelijk te maken. In eerste instantie is daar toen een inspiratiedocument uit gekomen. Hierin hebben wij een definitie van overgangsgebieden geformuleerd, welke is overgenomen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Een enorm grote beleidsimpact, daar was iedereen trots op.
Vervolgens was het erg zoeken. Er was geen heldere vraag vanuit de overheid, het was niet duidelijk voor de partijen wat ze konden bijdragen. De opgaves die zijn ontstaan in de overgangsgebieden waren erg nieuw. Er is altijd wel natuurbeleid geweest, namelijk natuurgebieden behouden, inrichten, beheren en uitbreiden. Ook was er landbouwbeleid, namelijk efficiënt produceren wat er geproduceerd kon worden. Maar wat doe je in gebieden waar natuur en landbouw elkaar raken? Die cross-over was eerder nog geen thema.
Samen met Jori Wolf van Staatsbosbeheer hebben we toen als idee een stappenplan gemaakt voor de aanpak in de overgangsgebieden waar de groep enthousiast op reageerde. Vervolgens hebben we het stappenplan als groep verder volmaakt. Het is gebaseerd op ervaringen uit gebiedsprocessen. Die hebben we gecheckt, geijkt en gereviewd. Zo hebben we gezamenlijk een raamwerk gecreëerd voor de overgangsgebieden: we weten nu welke opgaves er zijn en welke doelen. Die hebben we gekoppeld aan een aantal randvoorwaarden. Essentieel hierin was het behouden van perspectief voor de landbouw. Een van onze doelen voor het stappenplan is het houvast bieden voor gebiedsprocessen. We krijgen straks misschien wel 300 gebiedsprocessen, dat kan niet allemaal centraal vanuit het Rijk of zelfs vanuit de provincies worden geregeld. Het stappenplan biedt die houvast. ”
Uit de eindrapportage blijkt een breed gedragen ‘wat kan er wel’-perspectief en een oproep tot aan de slag gaan. Kun je dit toelichten?
“Veel beleid is verkokerd en besluitvorming zeer intern gericht. Dat zie je bij het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Er is weinig samenhang, eerder losse eilandjes. Deels is dat begrijpelijk om het behapbaar te houden, maar de huidige opgaven in de samenleving zijn te complex om ze gescheiden te behandelen. Bovendien hingen er mythes in de lucht over de overgangsgebieden. Bijvoorbeeld het signaal dat transities in de overgangsgebieden bedreigend zijn voor de landbouw, dat het daardoor op slot zal gaan en dat de landbouwontwikkeling wordt beperkt. Ook was er veel wantrouwen en angst: ‘nu wil men nog landbouw behouden en integreren in de overgangsgebieden, maar uiteindelijk zal het toch allemaal natuurgebied worden’. Wat de werkgroep Overgangsgebieden gedaan heeft, met uiteenlopende partijen in een moeilijke tijd een werkbaar stappenplan creëren, is vrij uniek. Die manier van beleid maken is echt een verworvenheid van deze werkgroep geweest.
Waar we als Wing ook op hebben ingezet in deze werkgroep is participatie. Die term wordt wel vaker in de mond genomen, maar echt met elkaar praten en goed overleg blijft vaak uit. Vanaf begin af aan hebben we alle partijen gevraagd naar actualiteiten, wat speelt er? Daar zijn we met de werkgroep Overgangsgebieden in uitgeblonken. We kwamen er met zijn allen achter dat er weinig overleg is tussen de verschillende partijen en de overheid. Deze werkgroep heeft ruimte gecreëerd voor gezamenlijke ideevorming, en dat is heel goed gevallen bij de achterban van alle leden van de werkgroep.”
Krijgt deze eindrapportage een vervolg? Welke boodschap zou je ten slotte mee willen geven?
“Het eindresultaat van de werkgroep is het stappenplan. De hoofdboodschap die daarboven hangt is ons advies om in de voorbereiding van een gebiedsproces met alle partijen om tafel te gaan. En vergeet daarbij de bewoners niet, want het gaat om de leefbaarheid van het gebied. Denk sámen na over de opgaven in het gebied en geef elkaar de rust en ruimte om tot overeenstemming te komen.
Hoe nu verder is de vraag. We moeten de volgende fase in gaan, die van beleidsformulering. Uiteindelijk moet het de politiek in komen. Wij hebben een advies gemaakt, maar de overheid moet met ons advies aan de slag. Zij moeten nu keuzes gaan maken en het beleidsmatig gaan verankeren. Juridische, financiële en planologische borging is daarin van enorm belang, maar wel als uitkomst van een gedegen en transparant gebiedsproces. De werkgroep kunnen we in stand houden voor verdere inspiratie en als klankbord.”